Reglement voor het terrein van de SGZ , aan de Reeptiend te Breda

Dit reglement maakt deel uit van het Huishoudelijk Reglement (art. 16) van de SGZ.

Algemeen:
  1. Deelnemers aan evenementen op het terrein dienen bekend te zijn met de inhoud van dit reglement.

  1. Het betreden van het terrein geschiedt op eigen risico.

  1. Op rijdagen wordt geparkeerd op de verharde parkeerplaats van het sportcomplex.

  1. Het publiek dient voor de afrastering te blijven en, behoudens tijdens het op- of afstappen, op tenminste één meter afstand van de baan te blijven.

  1. Alle bezoekers en gebruikers van het terrein zijn verplicht de aanwijzingen van het bestuur en/of verantwoordelijken op te volgen.

  1. Mits aangelijnd, zijn honden op het terrein toegestaan.

  1. Voor rijders op de grondbaan wordt verwacht dat zij zelf in staat zijn om bij een eventuele ontsporing, hun locomotief weer terug in de rails te zetten. Gereedschap of hulpmiddelen moeten de deelnemers hiervoor zelf meenemen, zodanig dat binnen redelijke termijn de locomotief weer in de rails staat.

Veiligheid:
  1. Stoomlocomotieven en andere stoomgedreven voertuigen of werktuigen dienen, bij gebruik op het terrein, te voldoen aan de gestelde eisen voor modelstoomketels zoals omschreven in het geharmoniseerde ketelreglement van de N.V.M., Stoomgroep Holland, KMYCA en Stoomgroep Turhnhout vzw.

  1. De eigenaar van de locomotief of ander model bepaalt wie op zijn/haar machine mag rijden. De eigenaar blijft daarbij te allen tijde verantwoordelijk en aansprakelijk voor zijn/haar machine. In geval van een onveilige situatie kan het bestuur ingrijpen.

  1. Bij het betreden van het terrein dient eenieder de instructies van het bestuur en/of de organisatie van een evenement op te volgen.

  1. Rijden er passagiers mee met stoomlocomotieven, -voertuigen of aangekoppelde wagons, dan moet de bestuurder zich er van vergewissen dat dit op veilige wijze gebeurt. Het is niet verantwoord om passagiers op overvolle of onveilig geladen wagens te laten meerijden. Toch is het risico te allen tijde voor de passagiers, de bestuurder van het voertuig moet hier de passagiers op attent maken.

  1. Passagiers van de treinen dienen zich te houden aan de aanwijzingen van de machinist en/of toezichthouder(s).

  1. De wagens voor passagiers moeten een deugdelijke bescherming voor voeten en benen bieden en moeten voldoende stabiel zijn.

  1. Het op- en afstappen van passagiers gebeurt bij voorkeur op het station “Stoomheuvel”, i.v.m. de aanwezige veiligheidsbeugels.

  1. Voorafgaand aan de eerste rit, dient de machinist te controleren of de baan in orde is.

  1. Gebruikers van het terrein zijn zelf verantwoordelijk voor de (brand)veiligheid op de baan.
  2. De bestuurder van een locomotief moet voldoende afstand bewaren ten opzichte van zijn voorganger en de trein tijdig tot stilstand kunnen brengen.

Milieu:
  1. Overlast voor de omgeving dient zoveel mogelijk beperkt te worden.

  1. Fluitsignalen zijn alleen toegestaan als er gevaar dreigt.

  1. Men dient te allen tijde zorgvuldig te zijn met vuur. Het gevaar voor ontbranding van de ondergrond bij droog weer is groot.

  1. Men dient bij einde van het rijden het afval (kolen uit de vuurkist) op te vangen in een stalen bak (het vuur trekken). Bij open dagen of vastgestelde rijdagen zorgt het bestuur voor de verwijdering. In alle andere gevallen zorgt de bedienaar zelf voor afvoer van de afvalstoffen (ook de lege drinkflesjes enz.).

  1. Men dient zuinig te smeren zodat de ondergrond vrij van olie blijft.

  1. Men dient het terrein schoon en ordelijk achter te laten.

Namens het bestuur van de Stoomgroep Zuid,

De secretaris.                          
24 mei 2018